“Ik heb met AI geprobeerd wat beelden te creëren,” Ik heb al vroeg op de ochtend een klant aan de telefoon die maar geen antwoord kan geven op mijn vraag wat voor soort illustraties hij in gedachten heeft voor zijn nieuwe boek. “Is dat heel erg?” vraagt hij.
AI is als een patatje oorlog: iedereen vindt dat het slecht voor je is, maar toch wordt het nog gretig besteld. Zodra je het woord “AI” alleen al fluistert, duikelen de AI-haters over je heen met hun bekende argumenten: het is gejatte kunst, het heeft een vreselijke uitstraling, het is nep. De laatste tijd is deze ook favoriet: het is vreselijk slecht voor het milieu en elk plaatje kost een ton aan water om het te creëren. Daarmee is wel de bekende “vliegschaamte” inmiddels van de eerste plaats gestoten als het gaat om milieuvriendelijk gedrag. Toch probeert iedereen het uit — of dat nu stiekem gebeurt of door er vol overtuiging voor uit te komen, omdat het nu eenmaal “de nieuwe tijd” is.
“Natuurlijk niet,” zeg ik, terwijl ik in gedachten mijn mede-creatievelingen hoor blèren. “Je wilt deze beelden natuurlijk niet letterlijk in je boek gaan gebruiken, maar het is zeker goed om het als hulpmiddel voor jezelf te gebruiken.” Niet iedereen heeft een beeldmakersbrein. Wanneer je een grote groep mensen interviewt over hoe zij denken, zal een deel zeggen dat ze de hele film in hun hoofd afspelen, terwijl een andere groep niets ziet en alleen in woorden denkt.
Ik bijvoorbeeld begin al te rillen als iemand een vreselijk smerig verhaal vertelt. Ik zie dingen levendig voor me — ik kan het soms bijna ruiken en voelen. It’s a blessing and a curse. Maar ik besef dat niet iedereen die gave heeft. Dat maakt mij dan ook zo’n goede ontwerper en illustrator: ik kan tekst ontzettend goed omzetten in beelden.
Maar laten we teruggaan naar mijn klant. Ik vertel hem dat het goed is om te brainstormen, te zoeken naar wat bij je past en voorbeelden te maken. Al deze informatie gebruik ik dan uiteindelijk om een origineel beeld te creëren, wat hij in zijn boek en in zijn sessies kan gebruiken. Dat kan met een AI-generator of gewoon door lekker te snuffelen op Pinterest. Opgelucht dat ik niet anti-AI ben, zegt hij dat hij aan de slag gaat en bij me terugkomt met meer concrete ideeën.
Niet veel later krijg ik een appje van mijn zoon: “Wat eten we vanavond?” Mijn hemel, denk ik, altijd weer die eeuwige ‘wat-eten-we-vraag’ waar ik zelf ook nooit antwoord op heb. Geen idee! Maar dan schiet me ineens iets te binnen. Ik open ChatGPT en vraag: “Wat eten we vandaag?” ChatGPT complimenteert me met mijn geweldige vraag en geeft vijf verschillende suggesties: Italiaans, Hollands, Mexicaans, vegetarisch en een luxe maaltijd. Kijk, hier kan ik wat mee, met deze ideeën. Zo werkt het dus ook in de creatieve wereld: het is goed om te brainstormen, maar de maaltijd zal ik toch echt zelf moeten maken.
Wat we uiteindelijk echt gaan eten vanavond? Nu ik er zo over nadenk, misschien is een patatje oorlog zo gek nog niet. Gewoon, omdat het af en toe best mag.