‘Oktober is de beste tijd om naar Mexico te gaan.’ zegt hij terwijl hij de autodeur voor me open houdt. Ik moet nog steeds wennen aan de galantheid binnen deze Russische cultuur. Deuren worden geopend,  tassen en koffers worden gedragen. Zelfs al wil ik mijn eigen koffer dragen, krijg ik een preek van Moeders; ‘Je bent eerst vrouw, dan pas Hollands dus je draagt niet je eigen koffer! Ik knik en maak een mental note.

Samen met zijn dochter en zijn moeder vertrekken we voor een paar dagen naar Mexico. Het beloofd een bijzondere trip te worden. Het is een mengelmoes van Amerikaanse, Russische, Hollandse en Mexicaanse culturen in één auto. Mijn hoofd duizelt bij het horen van alle verschillende talen.

Het Mexicaanse landschap verschilt niet veel van het woestijnachtige Arizona. Cactussen en bergen. De dorpjes waar we doorheen rijden zien er stoffig en verpauperd uit. Stilletjes kijk ik uit het raam naar de half afgebouwde huisjes, de armoede en de wil van deze mensen om er wat van te maken. Zachtjes tel ik tel mijn zegeningen. Ik besef opnieuw dat ik zoveel geluk heb gehad in mijn leven.

‘Gaan we gelijk zwemmen?’ piept een klein stemmetje naast me. Ik staar in een paar hoopvolle bruine ogen. ‘Ik heb drie bikini’s bij me.’ Gaat ze verder zonder op antwoord te wachten. ‘Een roze, mijn favoriet. Een regenboog bikini en eentje met ijsjes er op.’ Ik knik glimlachend. Dat zijn een hoop bikini’s voor een weekje vakantie. ‘Mama zegt dat je altijd minstens drie verschillende bikini’s moet meenemen op vakantie.’ legt ze uit. Ik maak een mental note. ‘Always pack three bikini’s when travelling with a Russian family.’

Na twee uur rijden doemt het resort op. Nadat we zijn ingecheckt en de deur van ons appartement open doen, verschijnt er een adembenemend uitzicht. Wauw! Gewoon wauw. De blauwe zee, groene palmbomen, een ondergaande zon, het plaatje ziet er romantisch uit.

Ik wil alles in me opnemen maar daar is geen tijd voor. Vanaf het moment dat we zijn aangekomen, moet er gekookt worden, en vooral gegeten. Veel gegeten. ’s Morgens word ik verrast met gerecht van eend en rijst, ’s middags komen er dumplings, ’s avonds is er kebab. Elke dag lijkt er meer en meer eten bij te komen. Nee zeggen is geen optie dus de voedselstroom blijft komen. Ik was toch al geen grote eter en zeker niet van warm eten als ontbijt of lunch maar toch worstel ik me, zo goed en zo kwaad als het kan, door het eten heen.

Totdat ik merk dat het hele concept van eten me tegen gaat staan. Ik zit vol. Ik wil niet meer eten. Ik begin een afkeer te krijgen voor eten. Alleen het woord ‘eten’ geeft me al een allergische reactie. Ik wil zelf bepalen wat ik wanneer eet. Het is te veel.

Op de laatste dag van onze vakantie rijden we naar een dorpje in de buurt van het resort. Terwijl we langs de kleine winkeltjes lopen, proberen de verkopers hun producten te slijten. We worden winkels in gesleurd, producten worden getoond en zelfs in je handen gedrukt. Op je gemak slenteren en zelf kijken is er niet bij. Het is te veel. Juist doordat het door mijn strot wordt gedrukt, krijg ik een afkeer van alles en ga ik weg zonder wat gekocht te hebben. Het is te veel!

Als we niet veel later terug naar Phoenix rijden, heb ik eindelijk even tijd om mijn emails bij te werken, mijn social media te updaten en wat werk te doen. Zodra ik mijn Social Media open, komen er berichten binnen van ondernemers die óf mij wat willen verkopen, óf projecten van mij willen overnemen. Het is niet mijn manier van zaken doen. Ik bedank ze vriendelijk en klik de berichten weg. Maar daar stopt het niet bij. Ze proberen mij zo vreselijk te overtuigen, dat het me gaat irriteren, net zoals met het eten en de verkooptechnieken in Mexico. Het is te veel.

Ik geloof niet in agressieve verkooptechnieken. Wil je meer informatie? Dan beantwoord ik graag al je vragen in een vrijblijvend gesprek. Is het niet wat je zoekt? Even goede vrienden! 

Na een paar uur rijden heb ik mijn werk gedaan en zijn we terug in Phoenix. Mijn zoon stuurt een tekstberichtje: ‘Heb je tijd om te bellen?’ Ik haal opgelucht adem. ‘OMG ja!’ Typ ik terug. Ik ben zo toe aan mijn eigen Hollandse taal en Hollandse nuchterheid. We videochatten voor een uurtje. Ik voel mijn brein opgelucht ademhalen vanwege de herkenning van mijn eigen taal en cultuur. Totdat ik een stem vanuit de keuken hoor roepen dat het eten klaar is. Ik zucht. Ik lach. Ik grinnik. Back to the battlefield of food!

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies". Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen. De privacy verklaring kunt u hier lezen.

Sluiten